Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: [13]de arend, en de [14]havik, en de [15]zeearend, 13. In het vertalen van deze namen heeft men hier gevolgd het meest algemene gevoelen der geleerden. 14. Anders, de beenbreker; een soort van arenden, die zijne jeugd vernieuwt; Ps.103:5. 15. Hij heeft den naam van de kracht en sterkte van zijn vliegen.